1 Koningen 19:1-8
Het is genoeg geweest, HEER, Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders.
1 Koningen 19:4
Elia heeft een burn-out. Hij is zo depressief
dat hij het liefst niet meer wil leven. Hij trekt
zich terug van God en mens. Ooit stond Elia
in vuur en vlam voor de Heer, maar het lijkt
nu allemaal zinloos te zijn. Depressie, zo zei
iemand mij ooit, is het verlies van geloof,
hoop en liefde.
God laat Elia niet aan zichzelf over. Geduldig
geeft een engel Elia te eten onder de
bremstruik. De engel biedt geen kant -en-klare
oplossing, geen door de verzekering gedekte
therapie. Maar door het eten verzamelt Elia
genoeg kracht om op te staan. Niet genoeg
om op weg te gaan.
De weg van Elia is de weg naar de HOREB,
de weg naar God zelf. Het is wel een weg
door de woestijn, want dat is waar het leven
ons soms brengt. Elia voelt zich hopeloos tot
hij in het fluisteren van de wind de stem van
God herkent. Vertrouwen fluistert zich bij ons
naar binnen.
Je komt niet zomaar uit je burn-out, je
“depressie of je wanhoop. Je hebt een weg
te gaan tot het weer lichter in jezelf blijkt te
zijn. Eerst maar eens vandaag, een stukje
wandelen. En dan morgen weer een dag
Tot er vertrouwen in je spreekt, vriendelijk en
mild, dat je niet aan jezelf bent overgeleverd.
Gebed.
God,
fluister het tot mij;
in de stilte van de dag,
in het piekeren in
de nacht,
in de stappen die ik zet,
dat U met mij op weg bent.
Fluister het mij in,
als de twijfel mij overvalt,
als cynisme mijn geloof
verjaagt,
als alles zinloos lijkt,
dat U mij niet loslaat.
Fluister tot mij,
vriendelijk en beslist,
dat U mij niet loslaat.
Fluister tot mij,
vriendelijk en beslist,
dat U de vaste grond wilt
zijn onder mijn voeten,
als daglicht om mij heen
zult zijn,
de toekomst die mijn
vertrouwen wenkt.
Amen.
3